Logos Multilingual Portal

Select Language



Karl Heinrich Marx (1818-1883)
He was born in Trier, Germany, in 1818. He studied law in Bonn and Berlin, but he was especially interested in history and philosophy, in particular in relation to Hegel and Feuerbach. For a while he was the editor of a magazine of radical tendencies, the "Rheinische Zeitung". After its closure, he moved to Paris (1843), where he became a communist and a revolutionary, and then to Brussels (1845). In the meantime, in 1843 Marx married Jenny von Westphalen.
In collaboration with Engels, whom he had met in Paris in 1844, in 1848 he finished writing The Communist Manifesto, in which they attacked the state as a means of oppression. He was expelled from Brussels, so he settled in London, where he studied economy and wrote the first volume of his main work, Das Kapital (1867, two further volumes were added in 1884 and in 1894). He was one of the most important participant in the First International, from 1864 until its end in 1872. The last decade of his life was characterized by many health problems. He is buried in Highgate Cemetery, in London.
Marx is one of the most important socialist thinkers to emerge in 19th century. His ultimate concern was with human freedom and capitalism he considered as being the greatest enemy to this freedom. He is also known for his materialistic view of history.
One of Marx' most often quoted assertion is that "religion is the opium of the people."


links:
 - The Marx and Engels Internet Archive

communisme is de ultieme wezenseenheid van de mens met de natuur, de ware wederopststanding van de natuur, het verwerkelijkte naturalisme van de mens en het verwerkelijkte humanisme van de natuur
de arbeider wordt des te armer, hoemeer rijkdom hij voortbrengt
de arbeider wordt een des te aantrekkelijker koopje, naarmate hij meer goederen voortbrengt
de dominante ideologie is altijd de ideologie geweest van de dominante klasse
de filosofen hebben de wereld slechts anders geïnterpreteerd. Het komt er echter op aan, haar te veranderen
de hele geschiedenis van de moderne industrieële nijverheid toont evenwel aan, dat het kapitaal, als er geen halt aan toegeroepen wordt, er genadeloos en zonder erbarmen op uit is de hele arbeidersklasse in een toestand van uiterste degradatie te storten
de omstandigheden maken de man niet minder dan wat de man met de omstandigheden doet
de vrije ontwikkeling van een ieder is voorwaarde voor de vrije ontwikkeling van allen
deze persoon is, om een voorbeeld te noemen, slechts koning, omdat anderen zijn onderdanen zijn. Omgekeerd geloven die anderen onderdanen te zijn, omdat hij koning is
een schrijver is een productieve arbeider, niet zozeer omdat hij ideeën voortbrengt, maar omdat hij de uitgever verrijkt, die de uitgave van zijn geschriften verzorgt
een stuk koopwaar schijnt op het eerste gezicht een voor de hand liggend, onbeduidend iets. Nader onderzoek toont aan dat het een zeer ingewikkeld ding is, vol met metafysische spitsvondigheid en theologische kronkels
geld, doordat het de eigenschap heeft alles te kopen, doordat het de eigenschap heeft zich alle dingen toe te eigenen, is dan ook bij uitstek het object om te bezitten. De algemeenheid van deze eigenschap vormt zijn wezenlijke almacht; geld geldt dan ook als een almachtig wezen
geweld is de vroedvrouw van iedere oude maatschappij, die zwanger is van een nieuwe
hoe minder je eet, drinkt, boeken koopt, naar de schouwburg, uit dansen, naar de kroeg gaat, denkt, liefhebt, theoretiseert, zingt, schildert, schermt enz., des te meer spaar je, des te groter wordt je bezit, dat noch door motten noch door roof wordt aangetast, jouw kapitaal. Hoe minder je bent, hoe minder je je leven openlegt, des te meer heb je, des te groter is je opgegeven leven, des te meer hoop je op van je vervreemde zelf
in tijden van crisis breekt er een maatschappelijke epidemie uit, die in alle vroegere tijdperken als een absurditeit beschouwd zou zijn — epidemische overproductie
met de uitbuiting door de zakenwereld neemt ontwaarding van de mensenwereld in directe rede toe
met deze karakterisering kunnen de communisten hun theorie in een enkele zin samenvatten: opheffing van de privé-eigendom
niet het geweten bepaalt het leven, maar het leven bepaalt het geweten
onze burgers, er niet mee tevreden dat hun de vrouwen en dochters van het proletariaat ter beschikking staan, om over de erkende prostitutie maar helemaal niet te spreken, scheppen er een geweldig genoegen in hun echtgenotes en dochters wederzijds te verleiden
oorspronkelijk verschilt een kruier minder van een filosoof dan een kettinghond van een windhond. Het is de verdeling van arbeid, die een kloof tussen beiden geschapen heeft
schoolvoorbeeld van stommiteit—geld verandert trouw in ontrouw, liefde in haat, haat in liefde, deugd in ondeugd, ondeugd in deugd, knecht in heer, heer in knecht, onzin in zin en zin in onzin
sinds hun onstaan waren de grote banken, onderscheiden met nationale titels, niet meer dan verbanden van particuliere speculanten die zich aan de zijde van hun overheden schaarden
steeds wanneer een bepaalde vrijheid ter discussie gesteld is, staat de vrijheid als zodanig ter discussie